Kies een persoon uit de werkcontacten van Jytte die je aanspreekt of interesseert.
Bespreek je keuze: wat is het precies dat je aanspreekt of interesseert?
Probeer je in te beelden hoe de werkdag van deze persoon er zal uitzien.
Welke activiteiten zou hij of zij doen?
Met wie zou hij of zij interageren?
Met welke dingen zou hij of zij werken?