Aan de hand van voorgaande oefeningen heb je een blik kunnen werpen op de dagelijkse praktijk van onderzoek: waar het zich afspeelt, welke dingen daarbij gebruikt worden, met wie onderzoekers in contact komen en wat ze allemaal doen. Kan je, op basis van deze oefeningen, besluiten dat bepaalde dingen niet weg te denken zijn uit de onderzoekspraktijk van Gitte?
Werk op basis van de gegevens die je hebt verzameld iets uit dat een beeld moet geven van de onderzoekspraktijk. Beschrijf bijvoorbeeld een dag uit het leven van Gitte Cools. Je kan dat schrijven vanuit een perspectief naar keuze (Gitte zelf, haar man, haar promotor, een collega,...). Je kan ook een scenario schrijven over het leven van een onderzoeker, of een strip maken.
Je kiest zelf de tijdsspanne waarin het zich afspeelt (een dag, een week, een jaar) en de vorm die je daarvoor gebruikt (louter beschrijvend, of gebruik makend van tekeningen, een schema, agenda, of een storyboard bijvoorbeeld). Je kan dit ook digitaal maken door gebruik te maken van een programma, tool of app naar keuze. Voorwaarde is alleen dat je je hoofdzakelijk baseert op de informatie die je in de vorige oefeningen verzameld hebt.